Het welbevinden van de leerling en de zorg voor elke leerling vormen steeds het uitgangspunt. Een leerling heeft immers welbevinden en verbinding nodig om tot leren te komen.
Zorgbreedte ontstaat als elke leerkracht klaar staat voor elke leerling. De begeleiding van de leerling gebeurt in eerste instantie door vakleraars en in het bijzonder door de klastitularis. Ook secretariaatsmedewerkers ondersteunen als aanspreekpunt deze brede basiszorg. De brede basiszorg staat voor stimulerende, remediërende, ondersteunende of compenserende maatregelen die beschikbaar zijn voor alle leerlingen (universal design for learning). Zo werkt de brede basiszorg als een preventief kader voor elke leerling.
Sommige leerlingen hebben op een moment in hun loopbaan nood aan extra ondersteuning. De verhoogde zorg staat in voor een individuele begeleiding van leerlingen bij vakproblemen, leermoeilijkheden, leerstoornissen of socio-emotionele problemen. Het signaal rond verhoogde zorg gaat uit van de klassenraad of van de cel leerlingenbegeleiding. De cel leerlingenbegeleiding bespreekt de zorgvraag en verwijst dan door naar de tweedelijnszorgers: leercoaches staan in voor de begeleiding van het leerproces en de leerlingenbegeleiders hebben aandacht voor socio-emotionele vragen van leerlingen en dragen zorg voor een aangenaam en positief leer- en werkklimaat.
Bij de uitbreiding van zorg gaat het signaal uit van het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) of van externen zoals het ondersteuningsnetwerk. Uitbreiding van zorg heeft betrekking op compenserende en dispenserende maatregelen die ingrijpen in het curriculum of in de evaluatie. Het kan hierbij gaan over een geattesteerde diagnose leer- of ontwikkelingsstoornis, over een medische diagnose, over leerlingen uit een anderstalig schoolsysteem of over leerllingen met een topsport- of topcultuur-statuut. De zorgcoördinator vormt het aanspreekpunt voor de uitbreiding van zorg en de cel leerlingenbegeleiding bespreekt de noodzakelijke maatregelen die in een afsprakennota en handelingsplan worden vastgelegd.
Het leren stopt niet na een evaluatie. De kracht van evaluatie is immers het gevolg dat eraan gegeven wordt. Als uit evaluatie blijkt dat een leerling moeite heeft met de leerstof van een vak, biedt de vakleerkracht via het toetssjabloon of de rapportcommentaar een individuele remediëring aan. Soms is het daarbij nodig een jaar of meerdere jaren terug te gaan om de knoop in de leerstof te ontwarren.
Leerlingen die kampen met tekorten of leerlingen die leermoeilijkheden ervaren rond verwerking, planning, samenwerken of affectieve verwerking (inzet, concentratie, motivatie, stress, …) worden opgevolgd. De school heeft verschillende trajecten om hen hierin te begeleiden. Na het kerstrapport kan er een remediëringstraject opgestart worden:
Deze opvang richt zich op leerlingen die met zichzelf in de knoop liggen, of die kampen met verdriet, woede of angsten. Ook leerlingen die in conflict leven met anderen, die pesten of gepest worden willen we helpen. Via gesprekken en ondersteuning trachten we deze jongeren terug op weg te helpen. We streven steeds naar een positief werk- en leefklimaat waarin respect voor elkaar voorop staat, waarin we ons enerzijds verbonden voelen met de ander en anderzijds de ander zijn grenzen respecteren. De leerlingenbegeleiders en gedragscoach zorgen hier voor de nodige ondersteuning.
Edegemsesteenweg 129
2550 Kontich
03/457.01.38